Interview Gwen Cresens
Tekst: Annelies Desmet
Video: Croes Wood & Images
Gwen Cresens is een Belgische accordeonist, bandoneonist, arrangeur en componist. En Dilbekenaar. Niet in hart en nieren maar wel in maag en longen. Of zoiets. Hij is ook een fan van Westrand en dat mag gezegd worden. HIj speelt er graag en wij horen hem graag. Hij stond al met verschillende bands op ons podium, met zijn Orquesta Tanguedia of met zijn kwartet, als muzikant bij de band van Kommil Foo of bij een pensioensfeestje van iemand van het personeel. De Westrandverhalen van Gwen mogen dus niet ontbreken in de reeks 'De Verhalen van Westrand' in het kader van 50 jaar Westrand.
Dag Gwen, jij kent ons podium goed veronderstel ik?
Gwen: Ik heb eigenlijk al veel op het Westrandpodium mogen staan, met Kommil Foo was ik bij alle voorstellingen met band, met Orquesta Tanguedia en met Raymond. En daarnaast mijn soloprojecten.
Steven De Mesmaeker, de programmator muziek, is vertrokken in juni naar vzw de Rand na 28 jaar dienst voor Westrand. Wat heeft hij voor jou betekend?
Gwen: Zolang als ik muziek speel, ken ik Steven als programmator in Westrand. Lang voor ik in Dilbeek woonde, kende ik hem dus al door projecten zoals Gouden Vleugels en Trappelend talent. In de jaren 90 nam ik deel aan dit soort projecten, en toen zat Steven al in de jury. De winnaars van die wedstrijd, kregen een tournee langs een aantal huizen. Door naar Dilbeek te komen wonen, is die band wel versterkt natuurlijk en hebben we samen een aantal projecten kunnen opzetten.
Mijn eerste soloproject heeft hij ook ondersteund. Na veel jaren professioneel muzikant, wou ik eens resetten en toen ben ik met Steven komen praten omdat ik op kleine plaatsjes in Dilbeek iets wou uitproberen. Die locaties waren bijvoorbeeld het Verfcafé in Bodegem, het kerkje in Pede en aan de watermolen.
Je woont ondertussen 11 jaar in Dilbeek, schept dat een extra band met het huis?
Gwen: Ik vind het ook ergens logisch dat als je als artiest ergens komt wonen, dat je een goede band opbouwt met het grootste huis van de regio.
Wat is jouw meest memorabele moment in Westrand?
Gwen: De voorstelling Crème-de-la-crème in 2015 was echt iets unieks. Wat we daar op één avond bij elkaar hebben gebracht, was fantastisch. Ik denk niet dat ik ooit nog zoiets gemaakt heb. Dat was Kommil Foo, Orquesta Tanguedia, Brussels Jazz Orchestra, Bart Voet en Esmé Bos.
Een aantal dingen borrelen op als ik aan Westrand denk, iets dat ik altijd al merkwaardig vond, de artistenfoyer van Westrand is de meest sadistische plek voor artiesten. De muren van de artiestengang naar de loges is bezet met een betonnen harde crepi en dus als je als muzikant per ongeluk met jouw hand tegen de wand komt, dan ligt jouw hand open. Dat vond en vind ik nog steeds hallucinant. Heel vreemd dat daar nog nooit iemand aan gedacht heeft om dit aan te passen. Want elke week of zelfs elke avond passeren daar artiesten die hun handen nodig hebben. Ik ben misschien de enige kluns die daar altijd tegen komt. Dat kan ook natuurlijk.
Een andere geestige anekdote is met Patrick Riguelle toen we op het zomerconcert speelden in de Coronazomer van 2021. Westrand had een zomerbar met voorstellingen opgesteld in de tuinen van de school Odissee. De burgemeester was aanwezig en we speelden ons Musette programma en hij kondigt mij aan met de woorden: “Dames en heren, op accordeon Gwen Cresens, uw volgende burgemeester.” Dat vond ik hilarisch, waar haalt hij het ook..
Ik heb hier ook eens iets heel dramatisch meegemaakt met Orquesta Tanguedia en Kommil Foo de luxe.. Dat was een avond voor blinden of de opbrengst ging alleszins naar een organisatie voor blinden. En we hadden afgesproken om de bisnummers in het donker te spelen. Tijdens de soundcheck wilden we dit al eens proberen maar doordat alles donker was, maakt de theatertechnieker een fout waardoor die monitors plots heel hard begonnen te tuten. Dat was zo invasief, dat was een gigantisch kabaal. Ik werd daar enorm agressief van, ik sprong meteen recht en wou weg uit die zaal. Ik heb een hevige trap gegeven tegen de eerste deur die ik tegenkwam uit een soort van instinctieve dierlijke reactie. Die klankjongen kwam zich meteen verontschuldigen, maar ik kon hem eventjes niet onder ogen komen. Gelukkig heb ik daar geen blijvend letsel, misschien een beetje gehoorverlies, aan overgehouden. Ik ken ook veel mensen met tinnitus en dus vond ik dit beangstigend. Ik kom met die jongen ook nog overeen, daar was ook geen blijvende schade.
De opstart van de tournee met de Canadese Quinn Bachand, dat was heel tof. We zaten toen in de vernieuwde foyer. Dat was zo een gezellige avond, daar heb ik ook mooie herinneringen aan.
Naast 50 jaar werking, vieren we ook 50 jaar het Westrandgebouw. Het gebouw heeft velen geïnspireerd. Hoe ervaar jij de architectuur van dit gebouw?
Gwen: Het blijft mij een raadsel hoe dat is kunnen neergezet worden naast een natuurgebied. Ik kan niet zeggen dat ik het een mooi gebouw vindt, maar het heeft wel een waarde. Het is heel solide en het ‘staat’ wel in het landschap. In de jaren 70 waren er waarschijnlijk ook wel andere normen. Ik voel ook geen connectie met de leuze op het gebouw. Als je daar dan al iets wil zetten, zijn er wat mij betreft interessantere boodschappen te brengen.
Je brengt dit seizoen een eigen programma ‘Chez Gwen’. Kan je daar al meer over vertellen?
Gwen: Het idee is als volgt ontstaan: als mensen naar een voorstelling komen kijken, dan zien ze jou in een bepaalde hoedanigheid, maar het publiek is zich zelden bewust dat je in ons beroep heel veelzijdig moet zijn of in mijn geval wil zijn. Ik vind die veelzijdigheid net interessant omdat de verschillende genres en verschillende projecten mekaar beïnvloeden. Als ik met een klassiek orkest speel, dan gelden er andere normen en waarden, dan als ik een popartiest begeleid. Maar er zijn ook raakvlakken. Ik vind het interessant om mijn klassieke ervaring mee te nemen in een popcontext. Of omgekeerd. In een theatervoorstelling heeft muziek een andere functie dan in een concert. En toch kunnen er kruisbestuivingen ontstaan.
Er komen dus verschillende genres aan bod van dans tot theater?
Gwen: De bedoeling van deze avond is dat je verschillende disciplines aan het werkt ziet waar die veelzijdigheid heel natuurlijk is. Daarvoor moest ik mensen kiezen die daar voor open staan, die dat begrijpen en er ook ervaring mee hebben. Ik wou graag samenwerken met mensen die ik goed ken, of waar ik veel mee gewerkt heb of zelfs vrienden zijn. In het beste geval allebei tegelijk. Om uit elke discipline iets te kiezen uit de podiumkunsten, komt voor mij theater, muziek en dans aan bod.
Wat is jouw band met Geert?
Gwen: Wij kennen mekaar sinds 1998, het jaar dat we zijn afgestudeerd. Toen stonden wij voor een project ‘Alleen op de wereld’ samen op het podium van hetPaleis. Alle acteurs die later Olympique Dramatique zullen vormen, speelden mee in die voorstelling. Een gigantisch decor. Die voorstelling was megalomaan, ze duurde dan ook twee uur en een half en was bedoeld voor kinderen. Ik vond dat een slechte voorstelling, veel schmink en kostuums, een heel gedoe. Maar daar zijn wel een paar toffe vriendschappen uit voortgekomen. Geert en ik hebben altijd contact gehouden en toen bleek dat Geert zijn zus de vrouw is van mijn vrouw hare oudste vriend. Dat zijn ondertussen onze beste vrienden en die wonen ook in Bodegem. Door die mensen zijn wij trouwens in Dilbeek komen wonen.
Wat is Geert zijn rol in de voorstelling?
Gwen: Wij hebben allebei een band met Argentinië. Hij heeft er voor een filmproject een half jaar gewoond en Spaans geleerd en dat is een mooi startpunt. Het idee is er, maar dat moet nog rijpen. Dat is nog te vroeg voor publicatie. In diezelfde sfeer heb ik een danskoppel betrokken, Eugenia en Mariano, waar ik ook al mee samenwerkte. Als Geert iets vertelt over Argentinië, dan speel ik daar een nummer bij en komt er een danskoppel de scène op. Wie weet.
De première zal hier in Westrand zijn, ga je hiermee ook op tournee?
Gwen: In principe zal het een unieke avond worden en in het voorjaar van 2024 spelen we het ook nog eens in Antwerpen. Ik wou er eerder een exclusieve avond van maken op twee locaties: waar ik woon en waar ik vandaan kom.
Je brengt ook Alano Duarin mee?
Gwen: Dat is een pianist waar ik heel vaak mee samenwerk. Al 20 jaar spelen wij samen, ook bij Kommil foo. Er zijn zo een aantal muzikanten waar ik altijd kan op terugvallen en hij is daar één van. En dan uiteraard ook nog Raymond, er zijn een aantal liederen die ik graag wil doen in duo en samen met Alano.
Vanwaar de titel Chez Gwen?
Gwen: Ik heb dit titel gekozen omdat ik het publiek uitnodig in mijn wereld, mijn fantasie, mijn terrein en dat leek mij leuk om dat eens te delen. En dan heb ik het nog niet over de veelzijdigheid die je aan de dag moet leggen als zelfstandig muzikant en waar je allemaal moet mee bezig zijn, maar daar heeft een publiek geen boodschap aan.
Het publiek mag dus een heel gevarieerd programma verwachten?
Gwen: Sowieso. En wie weet ontstaan er ook nog mooie dingen tussen de artiesten en misschien zal Raymond wel een ‘danske’ doen.. Mijn klankman is ook een hele goeie fotograaf, wij hadden in Coronatijd een project samen. Maar voor Covid, had hij in Japan bij Mount Fuji longexposure beelden genomen van twaalf uur en dat versneld laten afspelen in tien minuten. Daarnaast zijn er ook hele mooie foto’s en beelden die we gaan projecteren. Zo is er ook een beeldende kunstenaar betrokken. Het is niet zomaar een concert.
Heb je een verhaal te vertellen?
Gwen: Mijn verhaal is de veelzijdigheid. Ik vind het interessant genoeg om de dynamiek tussen die artiesten te vertellen, zonder er iets bovenop leggen. Het mag niet te geregisseerd zijn, eerder spontaan. Ik breng 90 minuten en die vliegen voorbij. Welkom in mijn wereld. Het is meer dan een dansvoorstelling of meer dan een zanger begeleiden. Het is alles samen en dat maakt het leven mooi en boeiend.
Bij een feestjaar hoort taart. Heb jij een lievelingstaart?
Gwen: Mogen dat er meerdere zijn? Aardbeientaart, chocoladetaart en Bresilienetaart zijn mijn favorieten. Bij Bresilienne, moet er wel echt goeie slagroom gebruikt zijn, geen taart van de supermarkt. Van aardbeientaart, daar kan ik makkelijk 3 stukken van eten. Fruit en pudding, dat is luchtig. En gezond.
Zijn er nog grootse projecten op til?
Gwen: Ik ben nu een repetitieperiode aan het afsluiten in de KVS met Junior Mthombeni. Dat is werken met een heel internationale ploeg, en dat is heel verrijkend. Dat mis ik wel een beetje in Dilbeek en zeker in de wijk waar ik nu woon. Ik woon hier supergraag, ik kom hier tot rust. Het duurt altijd eventjes voor ik ergens aard. Ik heb hiervoor in Borgerhout gewoond en dat heeft ook 7 jaren geduurd alvorens ik er mijn draai vond. Nu weet ik de leuke plaatsjes om te eten, om brood te kopen, ik ken de kraampjes op de markt. Het blijft heel blank, terwijl in Borgerhout kende ik het tegenovergestelde. Ik ervaar het altijd voedend om met andere culturen in contact te komen. Dat verandert jouw wereldbeeld wel een beetje. In Dilbeek ben ik eigenlijk de migrant (lacht).
Maar altijd welkom in Westrand!