Interview Carlos Arroyo

 

Tekst: Annelies Desmet
Foto's: Bram Tack 

Carlos Arroyo is een Spaanse architect die een masterplan ontwierp om het Westrandgebouw te renoveren.  Dat was in 2014, het feestjaar 40 jaar Westrand. Hij was ook de architect van Dil’arte, de academie voor muziek, woord en dans. Carlos: "Ik kreeg deze opdracht op basis van een wedstrijd die ik won in 2006 en dat gebouw hebben we afgewerkt in 2012." 

 

 

Dag Carlos, wat leuk je nog eens te ontmoeten, 10 jaar later.. Mag ik vragen aan welk project je momenteel bezig bent in België? 

Carlos: Ik ontwierp het gemeentehuis van Oostkamp 11 jaar geleden. Vandaag gaan we het gebouw al een update geven want er zijn natuurlijk wat dingen veranderd in die tijd. Er is vandaag meer digitale interactie nodig met het publiek en dus gaan we de interface van het gebouw aanpassen. 

Wat was exact de opdracht voor het masterplan in Westrand in 2014? 

Carlos: De idee van het masterplan was om een visie uit te werken over hoe het gebouw kon geüpdatet worden naar de noden van vandaag. We stelden voor om met een stappenplan te werken en een reeks van ingrepen voor te stellen zodat afhankelijk van het budget een volgende stap kon gezet worden. De bedoeling was om toch elk jaar 1 of 2 zaken aan te pakken om zo tot een finale visie toe te werken. Het plan had vooral invloed op hoe de dingen werden georganiseerd in het gebouw, er was een grote transformatie nodig om de activiteiten van het gebouw meer zichtbaar te maken voor publiek in het concept van de Westrandstraat met een aantal functies errond zoals Hoppenbrouwers het initieel bedoeld had.

De programmatoren en de mensen die achter de schermen werken hebben we dan ook verhuisd vanuit de kantoren in de straat naar de tweede verdieping, dus meer verborgen in het gebouw. Ten opzichte van de activiteiten, die brachten we meer in het zicht van het publiek, zo werd de bokaal vrijgemaakt om workshops of andere bedrijvigheid te laten zien. Een ander aspect had te maken met het meubilair in het gebouw. Het is een brutalistisch gebouw en in de geest van Hoppenbrouwers was het meubilair bedoeld om een toevoeging te zijn aan het landschap waar dan dingen op kunnen gebeuren. Het gebouw heeft ook baat bij een aantal mooie planten en wat Hoppenbrouwers benoemde als zachte, kleurrijke meubels. 

Weet je dat we het nog steeds over de Arroyo kussens en de Arroyo kleuren hebben vandaag?

Carlos: In feite zijn dat de kleuren van Hoppenbrouwers. Ze liggen heel dicht bij de ‘look and feel’ die Hoppenbrouwers voor ogen had. De keuze van het materiaal had hij waarschijnlijk anders gewild, maar in de jaren zeventig was er eigenlijk geen budget meer om deze fase af te werken. 
Bijvoorbeeld de ronde, gekurfde zetel, daarvoor hebben we ons laten inspireren door een foto uit het archief. De kleuren die we gebruikten in de facade van Dil’arte zijn letterlijk kleuren uit een schilderij van Hoppenbrouwers en we gebruikten hetzelfde pallet aan kleuren voor de kussens. Er zitten dus echt jaren 70 kleuren in. En dan is er ook nog de ingroening met planten en bomen. Er was ook sprake om een fietspunt te integreren in de site en een plaats voor polarisatie voor bijen en planten, met groendaken. Dat waren allemaal verschillende stappen in het plan en sommige zijn uitgevoerd en andere niet. Of nog niet. 

Foto kussens op het eilandje (masterplan Arroyo): 

In de afgelopen 10 jaar is er opnieuw veel veranderd, we hebben misschien al een nieuw plan nodig? 

Carlos: We zijn nu bezig met de heropfrissing van het gemeentehuis van Oostkamp. Dat gebouw dateert van 11 jaar geleden en is nu al toe aan een aanpassing. Er is een balie voor burgers (wat natuurlijk belangrijk is in een gemeentehuis), nu is de maatschappij op een korte tijd heel snel geëvolueerd en digitaal getransformeerd. De interface van het gebouw voldoet dus niet meer, en we implementeren QR-scanners zodat mensen een QR van hun afspraak kunnen scannen en de interface vertelt hen waar ze naartoe moeten in het gebouw. Eigenlijk zouden alle nieuwe gebouwen moeten ontworpen worden zodat ze heel makkelijk aanpasbaar zijn aan de noden van de toekomst. 

Foto gemeentehuis Oostkamp: 

Heb je ook zelf de visie van Hoppenbrouwers bestudeerd alvorens het masterplan uit te tekenen? 

Carlos: We hebben gekeken naar de originele plannen en de bijhorende teksten. Daarnaast heb ik ook een hele week lang workshops en ontmoetingen georganiseerd met heel uiteenlopende mensen die allemaal een band hebben met het gebouw. Ik heb ook alle directeurs geïnterviewd en architecten die in het verleden al aanpassingen hadden doorgevoerd in of rond het gebouw zoals Ludo Leuwers. We deden ons onderzoek in een hele korte tijdspanne maar ik had al snel een vrij goed beeld van wat er nodig was. Eén van de belangrijkste aanpassingen die ik doorvoerde, was de plaats van ticketbalie. Daarnaast verhuisden we ook de bureaus van de programmatoren en veranderden enkele lokalen van functie. Deze aanpassingen droegen bij aan een nauwkeurigere interpretatie van de originele visie van Hoppenbrouwers over de mogelijkheid tot spontane ontmoeting in het gebouw. 

Ook onze samenleving is sterk veranderd, heb je daar ook antwoorden op proberen te bieden? 

Carlos: Soms vertel ik het verhaal van de veranderende maatschappij, wat Simon Palmer beschrijft als de verschuiving van de 20ste naar de 21ste eeuw van een vaste naar een vloeibare maatschappij. De verschuiving van een maatschappij die verticaal georganiseerd is waarbij iemand bepaalt wat je doet naar een maatschappij waar mensen zelf organiseren en hun ideeën delen via een netwerk. De principes van ontmoeting zijn heel erg vertegenwoordigd in sociale netwerken. Bij de oefening om dat om te zetten in de cultuur van een gebouw, kwam ik al snel tot de conclusie dat het aanbod en de activiteiten in het gebouw zichtbaar moeten zitten en niet de mensen erachter die het organiseren in beeld brengen.

Uiteindelijk denk ik dat deze nieuwe situatie in sociale netwerken in cultuur het best zichtbaar zijn in de antennes op het gebouw. Sommige zullen dit een schandaal vinden op het beeld van een monument, maar ik denk dat ze het symbool zijn van de kracht van huidige vormen van ontmoeten, de kracht van de huidige communicatie loopt via onze mobiele telefoon natuurlijk. 

Foto van de antennes op het gebouw:

 

Mag ik ook vragen wat jouw persoonlijke mening is over de plannen die Hoppenbrouwers maakte eind jaren 60 met een heel uitgesproken visie waarbij hij een straat introduceerde in het gebouw en hij sprak over het gebouw als een eiland van tijd? 

Carlos: Toen ik het gebouw voor het eerst bezocht, wist is er eigenlijk helemaal niets over. Ik was in Dilbeek om te luisteren naar een briefing over de opdracht om een muziekacademie te ontwerpen. Ik kwam binnen en ik was meteen verkocht! Wauw, wat is dit zeg! Ik kon dan ook de verleiding niet weerstaan om er wat opzoekingswerk over te doen en was nog meer verbaasd, hoewel sommige dingen niet meer zijn zoals ze origineel bedoeld waren. Zo was er bijvoorbeeld een doorzichtige regenpijp die water van het dak naar een soort rivier bracht in het gebouw. 

Wel, de regenpijp is er effectief nog wel, maar ze is niet meer doorzichtig. Ze maakt ook een hels kabaal als het regent en al het water beneden in het vijvertje gutst. 

Carlos: Dat vond ik echt een fantastisch idee! De regenpijp is niet meer doorzichtig omdat water natuurlijk zorgt voor leven. Sommige mensen vond het geen goed idee om dat leven ook zo zichtbaar te maken. Ik zag het al helemaal voor mij en ik vond deze architect echt wel moedig in zijn keuzes en ik vond het natuurlijk ook jammer dat deze aanpassing is gebeurd. 

Foto vijvertje met geverfde regenpijp:

Weet jij nog wanneer exact het masterplan een concreet idee werd? 

Carlos: Ik vond vele aspecten van het gebouw heel fascinerend! Toen de nieuwe muziekacademie Dil’arte openging, sprak ik in mijn speech over het Hoppenbrouwers gebouw als referentie. Ik sprak over het belang van kleuren voor Hoppenbrouwers en dat dit vandaag ontbrak in het gebouw, hoewel het in eerste instantie wel de bedoeling was in de fase van de afwerking van het gebouw. Dil’arte bracht wel degelijk kleur naast Westrand, maar ik vond het ook belangrijk om het opnieuw binnen te brengen in het Westrandgebouw. En op die manier is het gesprek gestart met de toenmalige directeur. 

Hoe sta je tegenover het idee van betonnen crêpi op de binnenmuren zodat het buitenmuren lijken? 

Carlos: De crêpi die er nu op zit, is niet de originele crêpi natuurlijk. Die is al gerenoveerd na het plaatsen van extra isolatie. Ik heb nooit de originele afwerking gezien van Hoppenbrouwers. 

Het is een landschapsgebouw, wat betekent dat alle ruimte ingenomen wordt door een landschap. Daarom is het belangrijk dat er dingen ook op groeien, zoals vegetatie, planten en bomen. Eén van de dingen die we deden met het masterplan was bepalen waar de zichtlijnen zitten vanuit het gebouw. Bomen blijven natuurlijk groeien en op een bepaald moment zag je enkel nog groen door de ramen. Samen met de groendienst van de gemeente zijn we gaan nadenken over bepaalde perspectieven. Enkele groene jonge boompjes die spontaan gekomen waren, hebben we opnieuw weggenomen zodat er opnieuw zicht kwam op de originele diepte. Bij de opening van het gebouw zie je op de foto’s dat er zelfs geen wildgroei was en geen bomen voor de ramen zichtbaar waren. Het is fantastisch dat hat natuurdomein zelf impact heeft maar het is ook belangrijk om die zichtlijnen te vrijwaren. 

Foto onbestaande zichtlijnen vanuit Westrandgebouw in 2013: 

Als je door de Westrandstraat loopt, dan wil je niet naast een groene muur lopen, maar je maakt deel uit van iets dat jou naar het groen leidt en je kan ver kijken en dichtbij. We kozen enkele bomen die mee het perspectief bepalen, maar hebben ook een verzicht mogelijk gemaakt. Misschien is dat ondertussen opnieuw vergeten en is het opnieuw dichtgegroeid. 

Hoppenbrouwers was ook een schilder, voor het feestjaar hebben we een Hoppenbrouwers-wand geïnstalleerd in het gebouw met enkele schilderijen en in het voorjaar van 2024 hadden we ook een tentoonstelling over zijn schilderkunst. Ken je zijn artistiek werk?

Carlos: De façade van Dil’arte is gebaseerd op een schilderij dat hing in de receptie van de Sint-Lucas campus – faculteit architectuur, met een verkeerde naam op het naamplaatje. Dat is gewoon fantastisch, zijn keuze van kleuren, die werken ook echt in het gebouw met het beton als achtergrond van een landschap waar leven zich ontspruit. Deze schilderijen zijn levendig en ze werken fantastisch goed! 

Zijwand van Dil’arte met de kleuren gebaseerd op schilderij van Hoppenbrouwers: 

 

Hij wou eigenlijk een kunstenaar worden in plaats van een architect, kan je jou daarin vinden?

Carlos: Natuurlijk. In feite wou ik ook heel graag een kunstenaar worden, maar ik was daarnaast ook geïnteresseerd in sociale kwesties en hoe mensen zich tegenover elkaar verhouden. Ik was in mijn jonge jaren aan het werk als timmerman/schrijnwerker voor een tijdje en ik heb ook linguïstiek gestudeerd. Maar uiteindelijk is de vraag: wat is architectuur eigenlijk? Het is een optelling van kunst, timmerwerk, linguïstiek, je mengt deze een beetje en je krijgt een architect. Als kunst een manier is om op een andere manier naar de wereld te kijken, dan is architectuur daar een uitbreiding op. 

Sommige mensen vertellen mij dat het gebouw een kunstwerk op zich is en anderen trekken dit in twijfel of vinden het geen mooi gebouw. 

Carlos: Ik geloof echt dat kunst een manier is om ons aan het denken te zetten over hoe de wereld te veranderen en dat architectuur één van de manieren is waarop we dit kunnen. Architectuur heeft echter veel meer lagen en is dus complexer. Het heeft een laag waarin mensen het gebruiken, een laag van technologie om comfort te verwezenlijken, maar aan het einde van het verhaal is en blijft het een culturele constructie die ons definieert wat we zijn en de manier waarop we leven en dat is altijd moeilijk. Het kan slechte kunst zijn, maar het blijft kunst. 

Naar aanleiding van de 50ste verjaardag van het gebouw, vraag ik heel wat mensen wat hun wens is voor de toekomst van Westrand. Heb jij voor ons een wens? 

Carlos: Ja. Dat het gebouw een landschap kan zijn voor leven, en met leven bedoel ik verandering, bloemen bloeien, gaan dood en er komen andere bloemen in de plaats. De definitie van onze natuur is dat dingen kunnen stilvallen en opnieuw tot leven komen. Ik hoop dus op heel veel heropleving van alle bloemen in het Hoppenbrouwersgebouw. 

Heb jij enig idee waarom het gebouw de tand des tijds doorstaat?

Carlos: Het overleeft de tand des tijds omdat het onwaarschijnlijk mooi kan zijn. In de afgelopen jaren heb ik aan verscheidene wedstrijden voor architectuur deelgenomen in België. En ik kwam ook verschillende culturele centra tegen die eveneens dateren uit de jaren 70, die gewoon afgebroken zouden worden of een uitbreiding zouden krijgen zonder enig respect voor het bestaande pand. Het Westrandgebouw is speciaal en dat is de reden waarom iedereen het is blijven respecteren. Mijn persoonlijke mening is dat geen enkel gebouw afgebroken zou mogen worden, maar dat het beter is om een oud gebouw de transformeren, maar dat is een ander thema vrees ik.. 

Foto Carlos in de kruipkelder bij een diepgaand bezoek aan het gebouw in 2013: 

Wat was jouw meest memorabele moment in Westrand?

Carlos: Wel, ik ontdekte in Dilbeek dat de studie van een gebouw ook een psychologische impact kan hebben op de gebruikers van het gebouw. Het was bijvoorbeeld heel interessant voor mij om te weten te komen waarom bepaalde personeelsleden geen gebruik maakten van hun personeelsruimte. Ik kwam te weten in mijn gesprekken met het personeel dat ze de geur van katteneten niet zo plezant vonden in die ruimte, want Westrand had in die tijd een huiskat die vooral rondhing in de personeelsruimte waar het personeel ’s middags ging eten. Dus mensen doen bepaalde dingen door een geur en hoe verander je dan de geur van een gebouw? Dat bracht me natuurlijk terug naar de visie dat het gebouw een landschap is waar ook geuren rondhangen die mee bepalen welke activiteiten waar wel en waar niet plaatsvinden. Is dat een goed antwoord op jouw vraag? 

De vraag was wat jouw meest memorabele moment was in Westrand?

Carlos: Wel wat ik mij altijd zal blijven herinneren was de week die ik doorbracht in Westrand. Ik had die week een overvolle agenda gepland om iedereen te ontmoeten die iets te maken had met het gebouw. Gewoon met mensen hun gedachten delen, naar hun verhalen luisteren over hoe het dagdagelijkse leven eraan toe gaat in het gebouw en naar hun ideeën over wat het gebouw zou kunnen zijn, dat was een ongelofelijk leerrijk proces. 

Iets anders wat me altijd zal bijblijven, heeft eigenlijk niets met het gebouw te maken. In de theaterzaal kwam ik mijn presentatie brengen over het project van de academie. En er zaten enkele leden van mijn familie in de zaal en zij vonden het natuurlijk heel onverwacht en hilarisch dat ik mijn presentatie in het Nederlands bracht. 

Voor sommige mensen die ik al sprak, was het meest memorabele moment het masterplan Arroyo.

Carlos: Echt? 

Je kwam soms met heel gekke ideeën zoals het overdekken van de parking en dat sprak tot de verbeelding. Wat was jouw intentie met dat plan? 

Carlos: Ik ben nog steeds overtuigd dat het geen slecht idee was, maar we vonden geen draagvlak om dit erdoor te krijgen. Het had de hele site kunnen transformeren naar een soort culturele hub in plaats van een samenvoeging van een aantal gebouwen. Ik kreeg de vraag om te bekijken hoe we op dezelfde locatie een fablab konden toevoegen. Dus maakte ik een plan van de hele site waar zelfs de Wolfsputten deel van konden uitmaken. Ik tekende dat het bos gewoon doorliep over de parking die volledig verdween uit het zicht. 

Ik hou niet zo van parkings, versta me niet verkeerd, ik heb zelf een auto en ik ben altijd blij als ik mijn auto op een veilige plaats kan achterlaten. Ik denk alleen dat parkings niet saai hoeven te zijn, het is jammer dat het gewoon een grote plek beton is. 

Tekeningen met overdekte parking: 

Ben je trots op jouw projecten in Dilbeek?

Carlos: Ja, heb ik daar misschien geen reden toe? (lacht) 

Elk project waar ik trots op ben, zijn projecten waar de klanten of de partners wel moedig zijn geweest. Om iets te creëren waar je trots op kan zijn, moet je wel moedig zijn. Het team was erg moedig, anders had het niet gewerkt. Zowel de directeur van de academie, de schepenen voor onderwijs en patrimonium in Dilbeek hebben sterke beslissingen genomen, het ging niet om een klein huisje bouwen, maar het was een grote onderneming om dat soort gebouw neer te zeten. Als er een verdienste is, dan is het alvast een gedeelde verdienste. 

Bedankt voor het interview en hopelijk ontmoeten we elkaar nog eens in Dilbeek.

Carlos: Dank u. Ik ben heel benieuwd naar het resultaat en de andere verhalen!