Vijf redenen en vijf weetjes

 

Moderator: Hadewich Wauters
Tekst: Annelies Desmet 

In deze blog kom je te weten waarom je het boek Tosca van Maud Vanhauwaert zeker nog moet lezen en voor wie het boek al las, hebben we 5 weetjes in petto. Alle tips en weetjes zijn gebaseerd op de leesbubbel die de bibliotheek organiseerde. Tien mensen reageerden op de oproep om samen het boek te lezen en te bespreken op 15 oktober. Het relaas van hun gesprek en de vragen waarmee ze nog zaten, werden rechtstreeks aan Maud gesteld op 21 oktober in een online auteurslezing. 

 

De Leesbubbel bespreekt het boek Tosca van Maud Vanhauwaert op 15/01. 

 

De 5 dingen die je nog niet wist over Maud Vanhauwaert

1.        Maud heeft poëzie met de papa-lepel meegekregen.

Maud: Ik heb poëzie met de papa-lepel binnengekregen, dat was helemaal niet geforceerd, maar er waren altijd heel veel boeken in huis. Mijn vader was huisarts, maar elk vrij moment verdween hij in de vochtige kelder waar hij ging zitten lezen. Ik ben wel opgegroeid met een vaderfiguur die vaak in boeken dook, dat was het voorbeeld dat ik heb gekregen.

2.        Maud kijkt heel erg op naar Joke Van Leeuwen en heeft al een vaag plannetje.

Maud: Joke Van Leeuwen, daar kijk ik ontzettend naar op omdat zij het kind in zichzelf nooit is verloren, ze maakt ook heel geestige kindervoorstellingen waarbij zij haar eigen decors ontwerpt. Ik ben daar gezond jaloers op, ik ben zelf heel onhandig en dus heb ik altijd iemand nodig om te tekenen of muziek te creëren. Joke schrijft niet alleen prachtig, ze is ook een goede illustratrice en weet die beide dingen te combineren, zowel op papier als op het podium. Ik heb haar al eens stiekem gevraagd of zij ooit wil samenwerken. Er is een heel vaag plannetje. Ik vind dat zij te weinig aandacht krijgt, ze is ondertussen 72, zo oud als mijn moeder, ik vind haar een grande dame van onze Literatuur. 

 

3.        Maud had meerdere redenen om toch eens ongetraind een marathon te gaan lopen (een roman schrijven) waar ze tot nu toe enkele sprintjes trok (poëtische projecten). 

Maud: Enerzijds, waarom daar niet even induiken, dat heb ik nog niet gedaan. Vanuit die lichtzinnigheid – als Pipi Langkous die zegt:  “Ik heb het nooit gedaan, dus ik denk dat ik het kan.” Ik ben altijd gefascineerd geweest door echte romanciers, romanauteurs die konden vertellen over hun personages alsof de schrijver alleen maar die personages hoeft neer te zetten en dat die personages het verhaal zelf schreven. Als de schrijver een ontvankelijke rol aanneemt en het verhaal gaat met hen aan de haal en dat wilde ik toch ook even meemaken. Misschien moet ik dat ook eens proberen, vanuit die naïeve instelling ging ik aan de slag, maar dat viel toch even tegen.  Nog meer dan bij het schrijven van een gedicht, vraagt zo’n roman een tour de force om een constructie op te zetten en jou daar zo lang aan te houden. Ik kon de spreuk van Pipi Langkous niet waarmaken want de onzekerheid kwam toch al snel binnen, ik dacht: dit gaat mij nooit lukken. 

Naast de fascinatie voor de roman als genre, ben ik altijd op zoek naar de juiste vorm voor het verhaal dat ik wil vertellen. Ik zat met een verhaal waarbij ik vermoedde dat een roman de enige vorm was waarin ik het kwijt kon. Het boek verschilt niet zoveel ten opzichte van mijn vorige werk. Het is altijd dezelfde zoektocht waaruit ik vertrek, soms mondt een idee uit in een gedicht, soms in een performatieve voorstelling op scène en hier mondde het uit in een boek. Het is als een roman op de markt gezet, maar is het wel een roman? Je kan het ook als een poëziebundel benaderen.

 

4.        Hoe is Maud op deze titel gekomen? 

Maud: Ik heb al heel lang een fascinatie voor onvertaalbare woorden. Op internet vind je hele lijstjes met woorden die geen equivalent hebben in andere talen. Zoals het woord gezellig of uitwaaien...  ik heb ooit al een voorstelling hierover gemaakt met een aantal vrienden en ik vermoed dat Tosca toen ook al in de lijst stond. Ik had ooit het idee om alle woorden naast elkaar te leggen die iets te maken hebben met heimwee en weemoed zoals het Duitse weltschmerz, het Portugese saudade,... Vaak zijn deze woorden verbonden met een cultuur maar die gaan over een weemoedigheid die tegelijkertijd een tristesse omvat maar ook een diepgeworteld verlangen. Er zit ook iets hoopvols in. In analogie met Het verdriet van België, wou ik Het verdriet van Europa schrijven, dat lijkt mij een mooie titel, ik wou een soort non-fictie boek schrijven bestaande uit interviews over wat die begrippen specifiek zeggen en hoe vergelijkbaar en hoe verschillend ze zijn. Dat was een veel te megalomaan project, het concept was er wel maar ik heb dat nooit echt in handen genomen. Maar dat begrip Tosca is wel blijven hangen. Omdat de vertelster een vertaalster is, vond ik het mooi om een onvertaalbaar woord als titel te nemen.

5.        Wat is de rol van de vaderfiguur in het boek?

De allerlaatste zin van het boek is ‘mijn vader is dichter dan ooit’. De hoofdfiguur, May,  wou een boek schrijven over haar vader, maar ze komt met lege handen naar haar uitgever en het boek is de brief naar haar uitgever, eigenlijk een lang uitgerekt argument en de reden waarom het niet is gelukt.

Maar ze komt er wel achter dat ze meer lijkt op haar vader dan ze vermoedde, niet alleen in de gelaatstrekken, maar ook in haar handelen. Haar vader heeft zich heel erg verloren in zijn bezetenheid. Hij staarde zich blind op een opdracht zodat hij ook de grip op de werkelijkheid en zijn gezin verloor. Bij May gebeurt iets gelijkaardigs, ze gaat zich ook blind staren op Aline, ze verliest ook grip op haar eigen leven.  Als het probleem opgelost is, heeft ze plots niets meer om voor te strijden. Ze verliest haar eigen identiteit. Ik zie een parallel tussen de manier waarop haar vader in het leven stond en May zelf. Ze beseft zelf wel die connectie en eindigt ook met die uitspraak. Op deze manier is ze gevoelsmatig dichter bij hem gekomen dan via de opsomming van zijn daden.

 

 

De 5 redenen waarom je het boek nog moet lezen! 

 

1.        Het boek is geïnspireerd op eigen ervaringen

Maud: Toen het boek uitkwam, heb ik die vraag altijd ontweken omdat ik niet wou dat het als autofictie op de markt kwam. Als schrijvend, heb ik snel beslist om het te fictionaliseren. Het verhaal dat ik persoonlijk heb meegemaakt, wou ik letterlijk van mij afschrijven… mij of May, daar zit al de eerste verwarring. Ik denk dat pas op het moment dat sommige lezers ook zeiden dat het zich ongeloofwaardig ontwikkelde, ik de behoefte of de openheid voelde om aan te geven dat het heel dicht bij een mogelijke werkelijkheid lag. Het is geïnspireerd op een persoonlijke ervaring met een meisje dat heel duidelijk suïcidaal was en mij zag als haar laatste riethalm en zich aan mij vastklampte wat haar bij het leven hield. Wat mij een verpletterende verantwoordelijkheid gaf en mij een paar jaar in de klem heeft gehouden. Op een bepaald moment is mijn eigen rol ten opzichte van haar ook beginnen kenteren. Het is vanuit een nobele burgerzin vertrokken want je wil iemand in nood helpen en de rollen begonnen te keren, wie heeft nu wie nodig, wie helpt nu wie? In de roman heb ik het naar het extreme toe getrokken om vragen te stellen. De roman was de ideale vorm om met lezers hierover in gesprek te gaan. Kan je iemand helpen die in wezen niet geholpen wil worden. Hoe ver rijkt jouw macht tov een medemens.

2.        Er komen in het boek heel wat thema’s aan bod. De toxische en bijna claustrofobische relatie tussen May en Aline is de rode draad doorheen het boek, naast veel andere thema’s zoals rouw, pestgedrag, homohaat, het verliezen van jouw identiteit of een afwezige vaderfiguur.

Maud: Het was niet mijn bedoeling om alle brandende actuele thema’s af te vinken. Maar helaas komt alles samen in het personage van Aline. En daar speel ik inderdaad met: tot waar de waarheid? Mijn persoonlijke waarheid zit verweven in de donkerte van Aline, maar ook in May en in Lou. Ik denk dat elke schrijver put uit zijn eigen ervaringen.

3.        Het boek wordt letterlijk en op regelmatige basis onderbroken door gedichten.

Maud: Ze zijn parallel ontstaan aan het proza. Er is ook een versie met Japanse binding, als een visuele vertaling waar het  verhaal letterlijk onder de gedichten zit. Je kan deze versie als een poëziebundel lezen. En als je de pagina’s openscheurt, lees je pas het verhaal erachter.  

Ik geef de lezer de vrijheid om te kiezen hoe die zich de gedichten tot zich neemt. Het is  verleidelijk om de gedichten eerst te lezen en dan het langere verhaal. Ik hoor ook lezers die de gedichten hebben overgeslagen omdat ze eerst het verhaal wilden kennen. Ik speel een beetje met die spanning. De gedichten proberen de lezer te vertragen of tot stilstand te brengen. In het proza heb ik geprobeerd om een soort snelheid en spanning in het verhaal te krijgen, maar ik wou de lezer ook plagen en vertragen door de gedichten. Ik wou een soort stuwing creëren en net daar verstilling tussen schuiven. Ik zie het boek als een muzikale compositie die speelt met tempi. Daar heb ik bewust over nagedacht, hoe creëer ik hier ritme in en snelheid, hoe kan ik de lezer vertragen. De poëzie heeft veel linkjes met wat er in het proza gebeurd, maar kunnen ook los gelezen en geïnterpreteerd worden.

4.        Het boek speelt met de lezer, ook wat betreft feit en fictie. Laat je niet bedotten.

Maud: Het verhaal is redelijk extreem of kan zo gelezen worden, maar ik vermoed dat het een thematiek is die velen toch al hebben meegemaakt. De vraag van: kan je iemand helpen en tot waar gaat het? Dat gespleten gevoel bestaat in vele varianten, waar mijn inziens te weinig aandacht voor is.  Schrijven helpt mij in de illusie dat ik grip heb op het leven, dan grijp ik snel naar het blad. Ik ben beginnen schrijven om het therapeutisch van mij af te schrijven en toen ik erover begon te praten, heb ik pas beslist om er een boek van te maken, waar iemand anders misschien ook iets kan aan hebben.

5.        Tosca blijft misschien wel het enige boek van Maud.

Maud: Er zit nog geen tweede roman in de pijplijn. Als het terug op mijn pad komt en als ik opnieuw iets wil vertellen waarbij een roman de juiste vorm is, dan kan het wel. Ik mocht opnieuw debuteren en dat vond ik een fijne status om opnieuw debutante te zijn, zo wil ik heel mijn leven debutant blijven. Er is wel weer iets aan het broeden, iets dat nog veel tijd zal vragen en welke vorm het zal nemen, daar kan ik nog geen woorden aan geven.

 

André Vanstraelen, deelnemer aan de leesbubbel, schreef ook een verslag op zijn blogspot. 

Lees de blogspot van André Vanstraelen

Wat is het volgende project? 

De Leesbubbel gaat meteen een volgende boek lezen, namelijk Dius van Stefan Hertmans. Dit boek wordt besproken met Stefan tijdens de volgende auteurslezing: 

Meer info over het literaire aanbod of vragen kan je stellen via kunsten@dilbeek.be