Interview Gerrit De Cock

 

Tekst: Annelies Desmet
Foto's: archief 

Gerrit De Cock is een Dilbekenaar, al sinds 1978. Hij begon zijn carrière in jeugdhuis De Paddenstoel alvorens hij de stap zette richting Westrand en richting een carrière in de muziekwereld. Ook televisie heeft hij een paar keer uitgeprobeerd, maar zijn hart verloof hij vooral aan disco! De coverband Les Truttes is een fenomeen dat we met plezier opnieuw verwelkomen om het feestjaar op gepaste wijze af te sluiten! 

 

 

Dag Gerrit, welkom in Westrand.

Gerrit: Dankjewel, het is heel fijn om hier terug te zijn.

Je bent niet van ver moeten komen, toch?

Gerrit: Nee, dat is het voordeel. Ik woon hier niet ver vandaan, dus ik heb er de volle 3 minuten en 12 seconden over gedaan (lacht).

Hoe lang is het geleden dat je hier nog eens langs kwam?

Gerrit: Dat is nog niet zo lang geleden als bezoeker, niet als artiest. Ik ben naar de voorstelling ‘The history of New Wave’ komen kijken, een project van Stijn Meuris, Bart Van Lierde en ook van Filip Heylens, de gitarist van onze band ‘Les Truttes’. 

Hoe heb je Westrand leren kennen?

Gerrit: Ik kwam al naar Westrand vóór ik hier zelf mocht optreden. Destijds had je van die Westrand harmonicapassen en dan kon je een 10-tal voorstellingen uitkiezen aan een gereduceerd tarief, speciaal voor jongeren. Zo ging ik kijken naar verschillende theater- en muziekvoorstellingen, soms ook naar dans- en humorvoorstellingen met Kommil Foo bijvoorbeeld. 

Vanaf wanneer wist je dat je zelf op een podium wilde staan?

Gerrit: Dat is mede dankzij mijn drumleraar, die ook drummer bij Will Tura was. Vanaf mijn veertiende ging ik 2 jaar lang mee als roadie tijdens de theatertours van Will Tura. Ze speelden op een keer hier in Westrand en ik keek toe vanaf de zijkant van het podium. Vanaf dan wist ik hoe het podium eruit zag, en wist ik dat ik hier op een dag zelf wilde spelen. En ik heb gelukkig al heel veel mogen optreden in Westrand.

Hoe is dat precies gegaan?

Gerrit: Het begon allemaal in 1995. In jeugdhuis De Paddestoel in Dilbeek, richtte ik een percussiegroep ‘De Beenhouwerij’ op, in het begin heette die nog Beenhouwerij Janseghers. Vrij snel zagen we daar wel potentieel in om dat in theaters te gaan brengen. Toen heb ik mijn stoute schoenen aangetrokken en de vraag gesteld aan Westrand: “Hallo, ik ben Gerrit De Cock, samen met   Reinert D’Haene heb ik een percussiegroep ‘De Beenhouwerij’ en dat zou heel goed in jullie theaterzaal passen” (lacht). Westrand vond het een goed idee om jongeren uit eigen streek te ondersteunen, en zo geschiedde: de zaal was van ons op 14 februari 1997. 

Jullie namen ook deel aan Trappelend Talent, een project om jong talent te ontdekken met die eerste voorstelling? 

Gerrit: Ja, tegelijkertijd betekende dat voor ons een showcase, want Trappelend talent was in diezelfde periode een soort van rockrally maar dan voor theatervoorstellingen. Dat ging door in alle culturele centra in en rond de rand van Brussel. Mede door ons eerste optreden in Westrand werden we voor dit regionale project geselecteerd en in 1998 mochten we al op theatertour. Dus van het ene optreden komt het jaar nadien het tweede optreden, en sindsdien was ‘De Beenhouwerij’ echt gelanceerd. We gingen in heel Vlaanderen én zelfs ook in Nederland op tournee met deze band tot en met 2012. Als ik alle voorstellingen van ‘De Beenhouwerij’ zou optellen, moeten er dat ruim 200 geweest zijn, waarvan zeker 8 of 9 optredens in Westrand.  

Hoe ben je dan met ‘Les Truttes’ begonnen?

Gerrit: Dat is ongeveer hetzelfde verhaal. Ook deze band is in dezelfde periode ontstaan in jeugdhuis De Paddestoel. En net zoals ‘De Beenhouwerij’ was dat bedoeld als een eenmalige grap. We hebben toen ook dezelfde stoute schoenen aangetrokken en gevraagd aan Westrand: “Jullie organiseren Betonrock hier buiten op de parking van Westrand. Wij kunnen de pauze tussen de laatste groep van deze wedstrijd en de uitreiking van de prijzen muzikaal opvullen. Mogen we dat alstublieft doen?”. En ja, ze gingen opnieuw akkoord. We moesten alleen nog een groepsnaam bedenken, en op een iets minder nuchtere avond  (lacht) is dan ‘Les Truttes’ geboren. En door dat optreden tijdens Betonrock op 30 augustus 1996 werd het ons duidelijk dat we ook met deze band effectief iets konden doen. Dus je zou kunnen zeggen dat ‘Les Truttes’ en bijgevolg ook mijn muzikale carrière dankzij Westrand toen professioneel van start is gegaan. Ondertussen zijn we hier ook al vaak komen spelen, meestal premières of als seizoensopener of de dernière van het seizoen. Altijd feest. 

Welke herinneringen heb je nog aan die optredens bij ons? 

Gerrit: Voor het allereerste optreden van ‘Les Truttes’ hadden we slechts 2 disconummers ingestudeerd, want we kregen toch maar 15 minuten speeltijd. Dat was ‘I will survive’ van Gloria Gaynor en ‘Spicks and Specks’ van de Bee Gees. Voor de rest dachten we: “En we doen dan wel iets, we gaan gewoon wat jammen”. Dat sloeg toen zo hard aan dat het optreden ineens meer dan een half uur duurde. Het publiek was meteen laaiend enthousiast. Je moet ook weten: disco kende op een bepaald moment een heel grote revival, en wij waren die revival ver voor. Onze groep bestond voornamelijk uit mensen die uit de stevigere rockwereld, punk en metalscene kwamen. Wij vonden het net een statement om dan uitgerekend disco te gaan doen. Vandaar dat we ook kozen voor de naam ‘Les Truttes’ omdat we ‘truttige’ muziek brachten. We gaven er dan wel een heel andere invulling aan. 

Is ‘Les Truttes’ veranderd over de jaren heen?

Gerrit: Onze medleys zijn nu sterker en straffer dan in de beginjaren.  Daar waren we destijds nog niet zó goed in (lacht). En ook onze muziekkeuze is breder geworden: naast disco kiezen we vaak voor nummers van de jaren ’80 en meer hedendaagse muziek. Maar de insteek van toen en nu is niet veranderd: we hebben nog altijd lak aan alle regels en we vinden vooral dat we de dingen moeten doen waar we zelf volledig achter staan. En we zijn ook trouw gebleven aan de vibe van dat eerste optreden op Betonrock, hier in Westrand. 

Voor degenen die Betonrock niet kennen, wat was dat precies?

Gerrit: Dat was een rockrally die Westrand om de 2 jaar organiseerde voor de bands in en rond Dilbeek. Er namen 10 groepen deel en zij speelden dan in de tent die hier sowieso stond voor de Gordel. Spijtig genoeg zijn er slechts een 3-tal edities doorgegaan. Want uiteindelijk waren dat toch altijd dezelfde mannen die met andere groepsnamen de revue passeerden (lacht). 

En gaan jullie nog lang door?

Gerrit: ‘De Beenhouwerij’ is jammer genoeg gestopt, want mijn compagnon is eruit gestapt, en alleen gaat dat nogal moeilijk (lacht). Met ‘Les Truttes’ hebben we er nooit over nagedacht. Maar één ding is zeker: als we ooit met ‘Les Truttes’ stoppen, gaan we nog eens alles uit de kast halen met een allerlaatste grootse tour. Of nee, een afscheidstournee en meteen daarna een comeback (lacht). 

Jullie staan dit seizoen op het slotevent van 50 jaar Westrand. Mogen we daar iets speciaals verwachten?

Gerrit: Dat is een groot geheim (lacht). Wij zullen vooral doen wat we op dat moment aan het doen zijn. Misschien nodigen we de saxofonist van weleer nog eens uit om een nummer te komen mee spelen, of steken we een bepaald nummer terug in onze playlist. Wie weet? Sowieso zal het voor onze band bijzonder zijn om nog een keer te kunnen performen in onze eigen gemeente, waar het ooit allemaal begonnen is. Vroeger speelden we alleen maar in Dilbeek en omstreken. Nu is het net omgekeerd: als het niet in Westrand is, spelen we bijna niet meer in onze eigen streek.

Tegenwoordig spelen jullie vaak op festivals of in grote tenten. Als jullie in een theaterzaal optreden, heeft dat een impact op de sfeer tijdens jullie voorstelling?

Gerrit: Zeker, dat heeft een andere magie. Ik vind ‘Les Truttes’ in een theaterzaal nog eleganter en nog imposanter dan op een festival. Op de één of andere manier komt de theatraliteit van ‘Les Truttes’ hier veel beter tot zijn recht. Dat kan soms ook in kleine details zitten, zoals een lichteffect. Op een typisch festivalpodium zie je vooral veel plastic, stellingen, kabels en zwarte doeken. Een theaterzaal daarentegen is clean. Mensen komen ook speciaal en alleen voor onze band. Daarom voelt het ook als een grotere overwinning om hier de boel op stelten te kunnen zetten dan op een festival.

Zoals ik het altijd ervaren heb als ik zelf kwam kijken naar voorstellingen: het licht gaat uit, het doek gaat open en het spektakel begint. Dat past gewoon bij ‘Les Truttes’. 

Op het slotfeest zien we jullie op de parking, waar het allemaal begonnen is. Ook binnen in Westrand gaan festiviteiten door. Heb je zelf een band met dit bijzondere gebouw?

Gerrit: Ja, natuurlijk. Telkens als ik hier binnen kom, herken ik instant een specifieke geur die in het hele gebouw hangt: van de hoofdingang en de artiesteningang tot het podium, in de zaal, in de coulissen, in de artiestenfoyer, in de gangen. Voor alle duidelijkheid: het stinkt niet hoor (lacht), maar het typeert Westrand wel. En ook de kiezelvloer vind ik heel kenmerkend voor Westrand. Als je in de kleedkamer op blote voeten rondloopt, voel je die kleine steentjes nogal hard (lacht).

We eindigen met een feestelijke vraagje: wat is jouw lievelingstaart?

Gerrit: Oei, ik eet niet graag taart. Of toch: vroeger in Groot-Bijgaarden maakten ze ‘Baaigaardse’ taart. Dat bestond uit pudding met een laagje geflambeerde meringue. Als je die nog kan vinden, zal ik ze met plezier opeten (lacht).

We proberen ervoor te zorgen. Bedankt voor het gesprek.

Gerrit: Heel graag gedaan.