Interview: Jan Martens
Tekst: Lies Van Lierde
Foto's: Luis Xertu en Stine Sampers
Vanuit Westrand volgen we de choreograaf Jan Martens al jaren waarbij ons publiek al kon kennis maken met het duet Sweat baby sweat, later ook met Rule of tree en de groepschoreografie The dogdays are over waarin acht dansers de hele voorstelling lang sprongen en fascinerende patronen creëerden. In december hebben we Jan hier te gast met de solovoorstelling Elisabeth gets her way, waarbij hij zelf opnieuw op scène staat.
Lies Van Lierde, programmator dans: "Voor ik deze voorstelling zag, werd ik niet meteen sterk aangetrokken door klavecimbelmuziek, maar door het zien van deze voorstelling ben ik gefascineerd geraakt, vooral door de straffe en bijzondere manier van spelen van Elisabeth Chojnacka, een klavecimbelmuzikante, die als het ware als een punkster haar instrument bespeelt. Ik vind dat Jan Martens er op een zeer goede manier in geslaagd is om hier dans en muziek tot een geheel te brengen."
Kan je ons vertellen hoe je deze voorstelling plaatst in jouw parcours?
In de loop der tijd ben ik steeds grotere voorstellingen gaan maken en net voor ik deze voorstelling ben gaan maken, was ik bezig met een heel grote voorstelling met 17 dansers en ik voelde dat het voor mij tijd was om terug te gaan naar mijn vak, naar wat ik gestudeerd heb, om zelf te dansen. Ik wou, ook omdat ik niet meer van de jongste ben, terug gaan dansen. Ik ben nu inmiddels 38, dat is een tijd waarbij je voelt dat het voor je lichaam moelijker wordt dan 10 jaar geleden. Ik wilde heel graag terug zelf op scène staan en mezelf terug uitdagen om heel fysiek te dansen op muziek.
Het maakproces van deze voorstelling zat in volle Coronatijd. Heeft dit ook een impact gehad?
De grote voorstelling zou normaal in april 2020 in première gaan en is door de crisis vaak uitgesteld en is uiteindelijk pas in juli 2021, 15 maanden later dan voorzien, in première gegaan. Dat was een heel frustrerende tijd. Ik ben iemand die heel graag werk en vaak direct resultaat heb. Het was een tijd waarbij heel veel tijd verloren ging om iedereen bij elkaar te krijgen. Ik wilde toen iets constructiefs doen voor mezelf.
Wat was dan de exacte aanleiding om deze voorstelling te maken?
Ik had in die periode een muziekstuk gevonden, namelijk een concerto voor klavecimbel en strijkers van de Poolse componist Goretski en ik zag in mijn onderzoeksproject een video van 1980, waarbij ik een vrouw achter de klavecimbel zag zitten, die me omver blies door het vuur en de passie waarmee zij speelde. Dat was een performance op zich. Ik ben me in haar gaan verdiepen. Hierbij kwam een heel mooi en interessant verhaal bovendrijven, waardoor ik heel erg gegrepen werd, nl. het verhaal van de klavecimbel en Elisabeth Chojnacka. Het klavecimbel was op het einde van de 19° eeuw zo goed als verdwenen door de opkomst van de piano. Deze klonk immers luider en was hierdoor veel handiger om te gebruiken in orkestrale stukken. Aan het begin van de 20° eeuw werd er opnieuw voor dit instrument geschreven, mede dankzij speelsters zoals Elisabeth Chojnacka. Tal van belangrijke componisten wisten dat die fantastische muzikante hun werken zou spelen.
Klopt het dat het ging om componisten die speciaal voor haar stukken schreven?
Ja, dat is iets wat ik niet wist. Het gebeurt vaak dat een bekende muzikant voor een componist een middel is om een stuk aan de man te brengen. Toen gingen er ook componisten op vraag van Elisabeth stukken voor klavecimbel maken. Het concerto waarover ik sprak voor klavecimbel en strijkers is door Goretksi speciaal aan haar opgedragen. In mijn onderzoek naar haar kwamen heel veel zaken naar boven zoals bv. dat ze nog met de bekende choreografe Luncinda Childs heeft getoerd. Ze heeft ook lange tijd in Parijs gewoond. In mijn onderzoek begon leerde ik mensen kennen, zoals haar geluidstechnicus, waarmee ik in gesprek raakte en zo ontdekte ik meerdere componisten die speciaal voor haar hebben geschreven. Ik ben dan ook gaan snuisteren in de archieven van de Franse radio- en televisie. In de jaren ‘80 was hedendaagse muziek voor klavecimbel iets voor een niche publiek en toch werd zij als gast gevraagd in heel toegankelijke, populaire entertainment televisie programma’s. Toch straf dat zij in prime time dergelijke muziek mocht brengen. Dat komt omdat zij zo een straffe en bijzondere performer is.
Het idee om een dansvoorstelling te maken was dan vanzelfsprekend?
Ja, en ik wilde er tegelijkertijd ook een documentaire van maken. In theater gebeurt dat vaker. Mijn voorstelling heeft een eenvoudige vorm waarbij ik zeven muziekstukken heb uitgekozen waarbij er tussen elke muziekwissel een kostuumwissel is en documentaire materiaal over haar getoond wordt. Op deze manier leer je als toeschouwer haar en haar instrument kennen. Het is ook mijn bedoeling geweest om met mijn dans de muziek beter te laten begrijpen.
En hoe reageert het publiek hierop?
De grootste complimenten die ik naar aanleiding van deze voorstelling heb gekregen, is van mensen die me lieten weten dat ze klavecimbel muziek haten, maar die hierdoor gefascineerd raakten en haar platen zijn beginnen kopen en deze muziek graag zijn beginnen beluisteren.
De laatste tijd heb jij heel hoge ogen gescoord binnen de danswereld en ben je ondertussen al twee keer een belangrijke gast geweest op het festival van Avignon, waar je met je grote groepsproducties op Cours d’honneur du Paleis des papes kon rekenen op zeer lovende reacties. Hoe ben je daar terecht gekomen, wat doet dat met jou en jouw gezelschap?
Dat is echt fantastisch, het is zalig om te zien dat dit werk wordt opgepikt, omdat toen ik begon, ik me afvroeg hoe toegankelijk mijn werk was. Het is heel fijn om doorheen de jaren te merken dat dit blijkbaar toch toegankelijk is. Ik maak niet steeds de meest evidente keuzes, maar ik denk dat dit net hetgene is dat de mensen aanspreekt. Ik geloof heel erg dat het publiek open staat voor nieuwe zaken en dat je hen vooral niet mag onderschatten.
Het is inderdaad vreemd om deze zomer ook te merken in Avignon dat ik met live hedendaagse klavecimbel muziek zo positief ben ontvangen geweest. Ik ben heel blij dat ik deze kansen krijg, waardoor ik als kunstenaar de kans krijg om mensen nieuwe zaken te laten ontdekken. Bij dans gebeurt het vaak dat je ofwel een nieuwe creatie hebt die speciaal voor de voorstelling is geschreven of dat je werkt rond een grote meester. Dat is vaak een man, terwijl er al die stemmen zijn en pareltjes van muziekstukken die niemand kent. Ik vind het heel fijn dat ik dat kan doen. Er komt ook een stukje geluk bij kijken, op het juiste moment de juiste voorstelling maken waardoor mensen vertrouwen krijgen.
Ik kan alvast bevestigen, na het zien van je grote voorstelling met 17 dansers ‘Any attempt will end in crushed bodies and shattered bones’ dat je er in slaagt straffe voorstellingen te brengen waarmee je het publiek van hun sokken blaast.
Kunnen we ook al even in de toekomst kijken. Zijn er al nieuwe plannen in de maak?
Jazeker, ik ben momenteel aan het werken aan een nieuwe voorstelling. Dat wordt een productie voor 5 à 6 dansers waarbij ik nu in de onderzoeksfase ben waarbij ik op zoek ga naar echte muziekparels. Ik heb een mooie opname gevonden van een zangeres uit de jaren 40 die deel uitmaakte van de cast van de musical van Porky and Bess van Gershwin. Hij heeft ook een plaat met schitterende spirituals. Dat is prachtig. Ik denk dat ik hiermee verder wil. Ik wil op zo’n manier werken dat ik heel erg steun op de dansers en hen ook heel sterk centraal wil stellen. Dit gaat in De Singel in première in maart '24. Het is een grote zaalproductie, maar Westrand hoort hier ook nog bij.
Ik hou het in het oog!